Enkele globale statistieken die de keuzes ondersteunen die ik heb gemaakt bij de inrichting van deze sectie. In de volgende  tabel heb ik de typen grondeigendom doorgelicht, om te zorgen dat ik niet in mijn onschuld appels met peren ga vergelijken.

 

Eigendomsverhoudingen Marke van Rekken 1830
Eenheid Geheel Rekken  Marke van Rekken   Diaconie Rekken   Individuele eigenaren  
Totaal oppervlakte [ha] 1895 1312 35.3 548
  [%] 100 69 2 29
Aantal Eigenaren 84 1 1 82
Gem. Opp. per Eigenaar [ha]  22.6 1312 35.3  6,7
Aantal percelen (incl. huis/erf)  - 1532 273 95 1164
Gem. Oppervlakte per perceel [ha]  1.24 4.8 0.37  0.47
aantallen huis-/erf-percelen (bedrijven)  - 99 3 9  109
Gem. bedrijfsgrootte per erf [ha] 19.1 - 5,0  5.0
Aantallen huis-/erf met naam -  77 2 6 68

 

Wat zien we hierin?

De indiviuele bedrijven werkten gemiddeld op 5 ha eigen grond, en hadden hun aandeel in de gebruiksrechten op de Marke, gemiddeld over alle bedrijven 14,1 ha per bedrijf. Echter, niet alle erven hadden gelijke rechten. Dat wordt vrij uitgebreid bediscussieerd in de inleiding op de markeboeken, getranscribeerd door Ben Haneman.

De Marke (het gemeenschappelijk grondbezit) heeft bijna 70% van de grond in bezit, met een gemiddelde perceelsgrootte die ongeveer 10x zo groot is als bij de particuliere grondeigenaren. Daarbij zijn drie huizen/erven. De hoeveelheid grond die bij deze drie boerderijtjes hoorde is nu (nog) niet nagegaan uit de beschikbare cijfers.

De diaconie is na de Marke de grootste grondeigenaar. Het gaat echter om kleine percelen, horend bij 6 bdrijven met een bedrijfsgroote als van de individuele eigenaren.. De diaconie kan voor de bedrijven-statistieken daarom het best beschouwd worden als een groepje van 6 individuele bedrijven. Misschien kan ik ze nog eens opsplitsen: Diaconie1 t/m Diaconie6

Voor de toekomstige statistieken over individuele bedrijven zal daarom de grondeigendom van de Marke niet worden meegeteld

.